De Halve Maan
‘De Halve Maan is toch wel een bijzonder gebiedje’

‘De Halve Maan is toch wel een bijzonder gebiedje’

DOOR MARTINE

De eerste acties dateren van zo’n 40 jaar geleden, maar sinds 2006 werkt PN échtop en rond de Halve Maan, eenbijzonder stukje zandgrond, befaamd om zijn verschillende bijzondere planten en insecten, waaronder de zadelsprinkhaan.
Obco Nico van der Poel weet veel, zo niet alles over dit kleine ‘natuurmuseumpje’ langs de Biesseltsebaan, vlakbij het Maldense zweefvliegveld. Tijd voor een interview.


Voor de Halve Maan-geschiedenis moeten we een stukjeterug in de tijd, vertelt Nico, die begin jaren’80 met een enthousiast IVN-clubje eens in de drie weken in De Bruuk werkte. Dat groepje gingin 1983 met toenmalig SBB-boswachter Harry Woesthuis ook aan de slag op de Mulderskop.
“Bovenop de Mulderskop lag een akker waar we aanvankelijk boekweit en rogge teelden. Dit bleek heel arme grond te zijn, dus werd met SBB afgesproken om de roggeakker te handhaven, zodat het gebied zandig zou blijven als leefgebied voor hagedissen en gladde slangen. Rond die akker plagden we hei om het gebied open te maken. Dat was zwaar werk, maar het gebied bleef daardoor wel open. In 2003 ben ik obco geworden op de Mulderskop.”

Wanneer is PN écht actief geworden op de Halve Maan?
“Rond 2005 zijn we met PN wat meer opgeschoven van bovenaan Mulderskop naar beneden. De hei daarwas open. Langzaamaan werd duidelijk dat de Halve Maan toch wel een heel bijzonder gebiedje was. Je vindt er de gladde slang, maar bovenal is het‘t kerngebied voor de bedreigde zadelsprinkhaan (zo blijkt uit een rapport van Natuurbalans uit 2006, red.). Vanaf dat moment gingen we eens per jaar aan de slag op het terrein langs de Halve Maan. Toen vanaf 2006 het werken aan Mulderskop langzaam werd afgebouwd zijn we serieus werk gaan maken van de Halve Maan.”

Wat maakt de Halve Maan als gebied zo bijzonder?
“In 2009 is het Plan Heiderijk gelanceerd om een aantal gebieden, waaronder de Mookerheide, Mookerschans en Heumensoord met elkaar te verbinden door corridors te maken voor de zadelsprinkhaan,de zandhagedis en de gladde slang. Vak 60 heeft nog geen natuurlijke verbinding naar de Halve Maan. Idee was om de heide helemaal doorte laten lopen van Vak 60 naar Mulderskop en de Heumense Schans, tot aan Mookerheide. Voor Plan Heiderijk zijn veel bomen gekapt.Voor een deel is het gebied ook geplagd. Er is toen heel veel ruimte gemaakt voor de heide, en daarmee ook letterlijk voor soorten die men hier wilde behouden. Daar zaten enkele soorten bij die juist op dat akkertje boven op de Mulderskop voorkwamen, zoals de kruipbrem en stekelbrem. Veel van die soorten kwamen ook bij de Halve Maan voor.”

Kun je wat meer vertellen over wat PN zoal doet bij de Halve maan?
“De Halve Maan is kale zandgrond. Wat PN vooral doet is het gebied zandig maken én houden, zodat de zadelsprinkhaan er haareitjes kan afzetten. Ook zijn er plagplekken in de Halve Maan. Is de grond los, doordat er bijvoorbeeld een boompje of struikje is uitgetrokken, dan kunnen zadelsprinkhanen gemakkelijker eitjes afzetten. Hier en daar blijven er struikjes staan,zodat het mannetje daar in kan klimmen en kan zingen. Boompjes en struiken tot maximaal 1,5 meter zijn geschikt als zangpost, maar hoger moeten ze niet worden. Gaan we in het gebied zagen, dan willen we, nee; moeten we keuzes maken. Welke bomen laten we staan? Welke juist niet? De inheemse eik, de vuilboom en lijsterbes zijn te mooi om te kappen.Veel voorkomende soorten zoals de Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik ende berk zijn juist zo overvloedig aanwezig en breiden zich zo snel uitdat ze andere soorten in de verdrukking brengen. Die proberen we dus vooral te bestrijden. Laat je alles z’n gang maar gaan, dan krijg je een bos. En dat wil je niet in een heidegebied.”

Je refereerde al even aan de zadelsprinkhaan. Hoe gaat het met deze bedreigde diersoort?
“Als IVN waren we heel blij met ‘Plan Heiderijk’ dat voorzag in het leggen van verbindingen tussen de verschillende gebieden. Voor ons was Halve Maan een klein museumpje, met de zadelsprinkhaan als topstuk van de collectie. Een prachtig klein gebiedje dat zonder hulp en onderhoud niet in stand kon worden gehouden. Als het leefgebied van de zadelsprinkhaan door het aanleggen van corridors groter werd, zou dat op de lange termijn positief uitwerken op de overlevingskansen van de zadelsprinkhaan. Wat natuurlijk fantastisch is. Mulderskop en Halve Maan hangen nauw samen met locatie Vak 60 waar IVN -in het verleden- heeft gewerkt, dus dit gebied maakt sinds plan Heiderijk onderdeel uit van het heidegebied dat doorloopt tot vak 60 en De But. Daarnaast werken de Masters op een klein gebied bij het Zweefvliegveld om de corridor daar ook open te houden.
Het streefbeeld van Plan Heiderijk niet helemaal gerealiseerd. Er is nu geen corridor van vak 60 naar Mulderskop en Halve Maan. Het aantal zadelsprinkhanen groeit wel gestaag. De zadelsprinkhaan heeft zich inmiddels iets verspreid, richting het zuiden van Mulderskop. Ook met de gladde slang en de zandhagedis gaat het goed.”

Wat zijn de plannen voor de komende tijd?
“De opmars van de Amerikaanse vogelkers is een serieus probleem dat met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Je kunt bomen wel kappen, maar als je de wortelstroom niet verwijdert, breiden bomen zich weer uit. En om bomen op grote schaal handmatig te rooien, is natuurlijk ondoenlijk. Daarom houden we dit jaar een experiment, op initiatief van ecoloog Bart Willers. We hebben de helft van de Amerikaanse vogelkers en berken ingekerfd, waarmee we de sapstromen door de bast afsnijden. Dit jaar groeien de bomen nog verder, maar in de winter kunnen ze de sapstromen niet meer kwijt en gaan ze dus dood. Hoewel het dus goed gaat op Halve Maan, blijft onderhoud wel nodig.”

Meer lezen over de zadelsprinkhaan?
Journalist Caspar Janssen schreef op 15 september 2021 het artikel ‘De zadelsprinkhaan is geen gewiekste overlever’. Volgens Janssen is de zadelsprinkhaan met zijn korte vleugels niet in staat om bij tegenslag gemakkelijk een ander terrein op te zoeken, wat hem ‘geen grote overlever’maakt. Desondanks doet hij het goed op de grens van Limburg en Gelderland.