Heselenberg

Heselenberg

Berichten over de Heselenberg

Routebeschrijving

Routebeschrijving naar de de Heselenberg

In het bos naast de begraafplaats Heselenberg in Groesbeek bevindt zich een kuil ontstaan door kleiwinning. De lemige bodem en het kalkrijke kwelwater zorgt voor een bijzondere plantengroei. Onze taak is om de kuil open te houden zodat de bijzondere planten niet overwoekerd raken.

Over de Heselenberg

DOOR: WIM VAN LENT
Vlak bij de Stekkenberg in Groesbeek, aan de ene kant grenzend aan een woonwijk en aan de
andere kant aan een kerkhof, ligt een prachtig natuurgebiedje genaamd De Heselenberg.
Het is een open, langwerpig terreintje aan de rand van het bos.
Vroeger werd hier leem afgegraven wat men voor allerlei doeleinden gebruikte. Het is dan
ook een voormalige leemkuil. Er loopt een wandelpad langs en veel mensen uit de buurt
wandelen er en laten hun hond uit.
Vroeger ( ongeveer 20 jaar geleden) groeide hier een groot aantal zeldzame plantensoorten
Zoals zaagblad, blauwe knoop en knollathyrus. Op dit moment is het de enige groeiplaats in
Nederland van de Duitse brem(Genista Germanica)
Dit is dan ook de reden waarom het IVN Rijk van Nijmegen middels de werkgroep Praktisch
Natuurbeheer geïnteresseerd is in dit gebied.De plant komt voor op de Rode lijst van het
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wordt daar als zeer zeldzaam
omschreven.
De plant komt uit de familie van de vlinderbloemen en kan 70 cm hoog worden.Zijn bloemen
zijn geel en het blad is zacht behaard

De reden van deze bijzondere plantengroei heeft te maken met de grondsoort. De leem zorgt
niet alleen voor een vochtig milieu, maar bevat ook een heel klein beetje kalk.Juist dit kleine
beetje kalk is van groot belang voor deze zeldzame soorten. Het geeft de bodem een andere
zuurgraad en beïnvloedt het composteringsproces van humus, maar net niet zo sterk dat er een
voedselrijke situatie ontstaat, wat bij veel kalk wel snel gebeurt.

Natuurwaarde

De leemkuil is in het verleden verwaarloosd en gebruikt als stortplaats van huisvuil.
Later is de kuil langzaam dichtgegroeid vooral toen men gestopt is met de kleinschalige
leemwinning is het snel gegaan.
De bijzondere soorten konden zich hier niet meer handhaven. Nadat eind jaren tachtig het
gebiedje geschoond werd en de bovenlaag verwijderd is, kwam de Duitse brem weer terug.
Maar soorten als zaagblad, blauwe knoop en knollathyrus lieten het afweten.
Dat neemt niet weg dat er nog steeds een groot aantal planten voorkomen die het gebied uniek
maken en zeker de moeite van het beschermen waard.
Een paar namen: dalkruid, lelietjes der dalen, tormentil, fraai hertshooi,bosviooltje,bijvoet,
brem,valse salie, mannetjesereprijs en nog veel meer planten zijn er te bewonderen.
Naast de plantengroei is het een rijk vogelgebied waar vooral de kleine zangers van zich laten
horen. Te denken valt aan de braamsluiper, nachtegaal, roodborst en tjiftjaf, om er maar eens
een paar te noemen.
Ook amfibieën zoals de bruine en groene kikker komen wij regelmatig tegen.En voor de
kleinste dieren onder ons, de insecten, is het naast de honingrijke planten ook goed toeven op
de zanderige wanden van de leemkuil die bij het minste zonnetje al opwarmen.

Doel van de werkzaamheden

De werkgroep Praktisch Natuurbeheer houdt zich voornamelijk bezig met het biotoop van de
Duitse brem te verbeteren. Dat doen we door hem simpelweg ruimte te bieden.We gaan de
verruiging tegen door het maaien van hoog gras, brandnetels, wilgenroosje, bramen en andere
planten die de neiging hebben om de Duitse brem te overwoekeren.
Daarnaast verwijderen we de jonge bomen en snoeien bomen die te groot dreigen te worden
en daarmee het licht wegnemen

Hoe gaan we te werk

Meestal plaatsen we eerst een aantal stokken bij de planten die er staan.
De reden hiervoor is tweeledig: in de eerste plaats kunnen we op deze manier de planten niet
over het hoofd zien tijdens de werkzaamheden. Het zijn nl. relatief kleine planten die je
gemakkelijk kunt vertrappen ( zeker als we met een grote groep zijn).
In tweede plaats kunnen we op deze manier de planten makkelijker tellen.
Het aantal wisselt sterk maar de laatste jaren zit het rond de 30 planten. Vijf jaar terug waren
het er nog 60.

Gereedschap

We gebruiken vooral onze handen omdat het soms heel nauw komt wanneer je een plant wil
ontdoen van woekeraars, daarnaast natuurlijk snoeigereedschap, schoppen en hakken om
bramen te verwijderen en sikkels om het overtollige gras en brandnetels een kopje kleiner te
maken.
Het is altijd een prettige plek om te werken en niet in de laatste plaats omdat er zo rond mei
als wij er zijn van alles te beleven valt.
En zeg nou zelf ; wat is er mooier dan de enige groeiplaats van een zeer zeldzame plant te
beschermen.